S (36) | M (38/40) | L (42) | XL (44/46) | |
borstomvang | 88 | 94 | 100 | 106 |
taille | 71 | 79 | 86 | 92 |
heupen | 94 | 101 | 108 | 115 |
Hoe meet je jezelf op?
Bovenste maten zijn gemeten zoals je lichaam is, dus het meetlint niet te strak trekken maar ook niet te losjes. Zit je qua maten tussen 2 maten in, kijk dan wat je liever hebt, bv. een strak shirt of iets losvallender. En check de maten die bij het produkt zelf staan.
Draag tijdens het meten alleen bijvoorbeeld een shirtje of een hemd met je fijn zittende BH. Het meetlint houd je glad getrokken op je lichaam, je meetlint kan dan nog draaien/ glijden. Zorg ervoor dat je meetlint horizontaal is en dat je rechtop staat.
1. Borstomvang
Je meet over je boezem heen, over het volste gedeelte.
Instructie: Haal het meetlint vanaf de rug, rond de borsten naar voren en trek het rond het lichaam.
2. Taille
Om je tailleomtrek te meten, moet je eerst het smalste deel van je bovenlichaam vinden. Dit zit meestal net boven je navel en wordt soms ook wel je middel genoemd. Als je niet zeker weet waar je taille precies zit, kun je naar één kant buigen om een ’vouw’ te creëren, wat dan je taille is.
Om je tailleomtrek nauwkeurig te meten, wikkel je een meetlint om je taille, beginnend aan de achterkant van je lichaam en naar voren draaiend. Zorg ervoor dat het meetlint strak, maar comfortabel zit en dat het horizontaal blijft tijdens het meten.
3. Heupomvang
Dit is het breedste gedeelte van je onderlichaam, je heupen.
Instructie: Zet je voeten naast elkaar en haal het meetlint vanaf de achterkant over je billen naar voren en meet waar je heupen het breedst zijn.
4. Lengte
Dit is de gewenste lengte van je jurk, shirt of vest.
Instructie: Meet voor je jurk of shirt vanaf de schoudernaad, over je boezem heen tot je gewenste lengte.